Minicursus masseren deel 2

MINICURSUS MASSEREN deel 2

Wil je leren masseren? Dan heb je geluk! In de Minicursus Masseren ga ik je in drie stappen leren om een heerlijke massagebehandeling te geven. Een behandeling die er echt toe doet. Kan dat zomaar? Ja, dat kan!

Masseren is niet moeilijk. Je kunt er meteen, onmiddellijk mee starten. Hoe eerder hoe beter. Als een eigen massagepraktijk (of een eigen spiritueel centrum zoals ik zo velen heb horen zeggen) je droom is dan heb je geen tijd te verliezen. Dit artikel is het tweede deel van de driedelige Minicursus. Veel plezier er mee!

DE 5 AANWIJZINGEN

Als je alle stappen van een goede voorbereiding doorlopen hebt kun je de behandeling gaan geven. Is het de eerste behandeling die je gaat geven? Of heb je al ervaring? Maakt niet uit. In alle twee de gevallen gelden de volgende aanwijzingen.

1. Het belangrijkste tijdens het geven van een massagebehandeling is de 80/20 regel

Zorg dat bij ALLES wat je doet, vanaf de voorbereiding tot het uitzwaaien van degene die een behandeling gekregen heeft 80% (dat wil zeggen: ruim meer dan de helft) van je aandacht op jezelf is gericht. Je lichaam, je houding, je ademhaling, je bewegingen. Streef er naar om de hele tijd bewust te zijn van je eigen lijf en je eigen gewaarwordingen. Let op je houding: recht en gestrekt, ontspannen en toch actief. Let op je ademhaling: rustig in en uit. Let op je ontspanning: ontspan je schouder, je gezicht, je bekken.

2. Wees bewust van het feit dat de behandeling begint op het moment dat de ander de deur van je massagekamer inloopt

Vanaf dat moment (of eigenlijk al eerder, vanaf het moment dat je met de voorbereidingen startte) ben jij de masseur. Als je degene die je gaat behandelen goed kent is het goed om dit letterlijk zo te noemen. Zeg gewoon: nu ben ik de masseur en ben jij de cliënt. Vanaf nu gaat het om jou, we hebben het over jou en ik wil je een zo goed mogelijke behandeling geven.

3. Besef dat het doel van de behandeling is: de behoefte van de ander zo goed mogelijk tegemoet te komen

Hiervoor is het nodig dat je, voordat je met het daadwerkelijk behandelen begint, een kort gesprek met de ander voert. Vraag of hij of zij bepaalde fysieke of psychische KLACHTEN heeft en schrijf dat wat de ander zegt op. Vraag ook wat de ander van de behandeling WENST en schrijf ook de wens op. De WENS is je uitgangspunt en je houdt rekening met de KLACHTEN. Voorbeelden van een wens: ik hoop dat ik uit mijn hoofd kom, ik hoop dat het ontspanning geeft, ik hoop dat mijn schouders meer ontspannen worden.

LET OP: als beginnend masseur mag je alleen gezonde mensen behandelen. Mensen mogen wel lichte klachten hebben, maar geen “echte” klachten. Zorg dat je van tevoren gevraagd hebt of dat zo is en maak alleen een afspraak als er geen echte klachten zijn.

4. Zorg voor een prettige uitgangshouding en dekens tegen koude

Voordat je gaat behandelen laat je de ander zitten of liggen. Zorg dat degene heel fijn zit of ligt. Bij zitten op een gewone stoel de voeten op de grond, rug lekker gestrekt, handen op de knieën. Bij liggen zorg je voor voldoende kussens en rollen zodat de ander fijn kan liggen. Verander tijdens de behandeling ten minste één keer van uitgangshouding en zorg wederom dat de ander goed ligt of zit. Een “echte” behandeling wordt het pas als je in minimaal twee houdingen behandelt. Gebruik dekens of doeken om de ander te bedekken tegen koude. Je kunt ook door dekens heen masseren, of je slaat het daar weg waar je bezig bent.

5. Blijf communiceren

Je kunt niet weten wat de ander ervaart als hij of zij dat niet tegen je vertelt. Spreek af dat jullie tijdens de behandeling met elkaar spreken, zodat jij weet hoe de ander de behandeling ervaart. Misschien is het voor de ander wat zacht of hard wat je doet. Of zit je net naast de plek die het aller fijnste is. Of misschien ga je snel of  langzaam naar de zin van de ander. Het gaat om die ander. Zorg dat je een behandeling geeft die aan de behoefte van de ander tegemoet komt. Vraag er naar! Niet de hele tijd praten, maar wel voldoende zodat je een beeld hebt van de beleving van de ander. Belangrijk: neem dat wat de ander zegt serieus! Doe er direct wat mee. En nog belangrijker: zorg dat het steeds goed blijft voelen voor jou. Als de ander iets vraagt wat te moeilijk of te zwaar is voor jou, gewoon niet doen!

  • ZORG DAT ALLES WAT JE DOET GOED VOELT VOOR JEZELF!

  • ZORG DAT ALLES WAT JE DOET GOED VOELT VOOR DE ANDER!

 

DE BEHANDELING

En dan de behandeling zelf. Ik zal je een eenvoudige massagebehandeling in drie uitgangshoudingen aanreiken. Die drie kunnen samen één behandeling vormen. Of je kiest er twee uit. Daarnaast kun je zelf experimenteren en dingen uitproberen. Volg je intuïtie en blijf communiceren of het goed voelt wat je doet. Het is een samenwerkingsproject met de ander. Maak er samen iets moois van!

De behandeling in het kort

  1. Schouders kneden, zittend op een stoel
  2. Rugspier langs wervelkolom met dwarse schudding behandelen, liggend op de buik
  3. Handen en voeten behandelen, liggend op de rug

Uitgangshouding 1: Zittend op een gewone stoel

  1. Laat de ander op een stoel zitten (het liefst zonder rugleuning) en ga er rustig achter staan.
  2. Let op je ademhaling en voel hoe je op de grond staat. Voel je voeten. Ontspan je bekkengebied. Ontspan je schouders.
  3. Zorg dat de ander goed zit. Met beide voeten op de grond. Rustig en ontspannen. Als het fijn is met de ogen gesloten (hoeft niet per se).
  4. Sta achter de ander en leg de handen op de schouders van de ander en laat ze rustig liggen. Blijf jezelf voelen. Ga rustig de schouders kneden. Voel hoe het voelt.
  5. Vraag de ander hoe het voelt. Zoek naar een manier van kneden die goed voor de ander voelt. Hoe sterk? Hoe zacht? Hoe snel? Hoe langzaam? Op welke plekken? Soms is vasthouden al heel fijn. Je hoeft vaak minder te doen dan je denkt.
  6. Als je lang genoeg gekneed hebt ga naast de ander staan en leg één hand dwars op het borstbeen, boven de borsten, als steun. Draai met de andere hand cirkels over de hele rug. Laat de twee handen goed samenwerken.
  7. Zorg dat de ander ontspannen meedeint door de voorste hand goed steunend te houden. Vraag de ander het hoofd te ontspannen en een beetje mee te laten schommelen.

Uitgangshouding 2: Buikligging

  1. Laat de ander op de buik liggen. Geen kussen onder het hoofd, wel een schone doek. Eventueel kussens onder de enkels. Let op: als de ander een hele stijve nek heeft en het moeilijk vindt om op de buik te liggen, laat het hoofd bijna recht liggen, bijna op voorhoofd steunend. Armen mogen naar boven. Voorhoofd eventueel op de handen rustend. Of sla buikligging helemaal over. Alternatief: zittend op een massagestoel.
  2. Zit op je knieën of sta (als je op een massagebank of massagestoel werkt) dwars op de ander. Voel je eigen lijf goed, zorg dat je bekken ontspannen is en je rug lang.
  3. Ga nu met je handen of je vingers dwars over de rugspieren heen en weer. Eerst aan de ene kant van de wervelkolom en daarna aan de andere kant. Van boven naar beneden en weer terug, steeds dwars er overheen. Het wordt een schuddende, zagende beweging, eerst heel zachtjes, daarna kun je kijken of je het wat op kunt voeren. Zoek naar een cadans, dat het makkelijk gaat.
  4. Vraag hoe het voelt. Kan het sneller of langzamer? Zachter of harder? Zorg dat het fijn voelt en dat de ander lekker ontspannen meedeint met je handgreep.
  5. Als het niet lukt (soms is het moeilijk om de cadans te vinden) of als de ander het niet fijn vindt (niet iedereen vindt schudden fijn) ga in overleg over in kneden of strijken of wat je maar samen kunt verzinnen wat goed werkt.
  6. Zorg dat je de hele rug behandelt, ook over het heiligbeen.
  7. Eindig met een lange strijking van boven naar beneden, helemaal tot de handen en voeten toe. Gebruik alle twee je handen.

Uitgangshouding 3: Rugligging

  1. Laat de ander liggen op de rug, met een kussen onder het hoofd en eventueel met een kussen of een rol onder de knieën. Zorg dat de ander heerlijk ligt. Gebruik dekens.
  2. Zit op je knieën of zit op een krukje (als je op een massagebank werkt). Zorg dat je makkelijk zit, dat je lijf ontspannen en gestrekt is.
  3. Behandel de handen en de voeten, één voor één. Pak de voet of de hand stevig vast en kneed en strijk en beweeg het op gevoel. Neem de tijd voor elke hand en elke voet. Je kunt eventueel olie gebruiken; zorg dan wel dat je een doek er onder hebt om een knoeiboel te voorkomen.
  4. Vergeet niet je eigen lijf te blijven voelen.
  5. Laat de ander op het eind rustig liggen. Vraag hem of haar de ogen te sluiten en helemaal te ontspannen, ongeveer 5 minuten. Geef aan dat je zult zeggen wanneer de tijd voorbij is. En geef ook aan dat hij of zij ook anders mag gaan liggen, op de zij of wat dan ook fijn is.
  6. Ga ondertussen zelf je handen wassen en drink een glas water.
  7. Schrijf op je behandelformulier wat je gedaan hebt, wat er gebeurde en wat je opgevallen was tijdens de behandeling.

 

In deel 3 van de Minicursus Masseren bespreken we het nawerk. Wat doe je na de behandeling?

Veel plezier er mee!

Warme groeten,

JAANA

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.